Uw apparaat onderhouden
Behandel uw apparaat, batterij, lader en toebehoren met zorg. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te
behouden.
•
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten
die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Mocht uw apparaat nat worden, laat het apparaat dan
opdrogen.
•
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige of vuile plaatsen. Bewegende onderdelen en elektronische onderdelen
kunnen beschadigd raken.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge temperaturen. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van het apparaat
bekorten, de batterij beschadigen en kunststoffen doen vervormen of smelten.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer lage temperaturen. Wanneer het apparaat weer opwarmt tot de normale
temperatuur, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen
raken.
•
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in de gebruikershandleiding wordt
voorgeschreven.
•
Niet-goedgekeurde aanpassingen kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met
betrekking tot radioapparaten.
•
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne
elektronische schakelingen en mechaniek beschadigen.
•
Het oppervlak van het apparaat mag alleen worden gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
•
Verf het apparaat niet. Verf kan bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en correcte werking belemmeren.
•
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden.
•
Om ervoor te zorgen dat uw belangrijke gegevens veilig zijn opgeborgen, moet u deze op minstens twee afzonderlijke
plaatsen bewaren, bijvoorbeeld op uw apparaat, geheugenkaart of computer, of belangrijke informatie noteren.
Bij langdurig gebruik kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat
niet naar behoren werkt, brengt u het naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt